top of page

Kinderfysiotherapie

Basisschoolkinderen en kinderen tot 18 jaar

Welke kinderen kunnen bij ons terecht?

  • Kinderen bij wie een ziekte of aangeboren afwijking een verstoorde ontwikkeling veroorzaakt.

  • Kinderen met een opvallende houding of motoriek wat zich kan uiten in:

    • onhandigheid, veel struikelen

    • houterig bewegen, gespannen zijn

    • veel op de tenen lopen

  • Kinderen met overgewicht

    • beperkt in hun motorische vaardigheden en conditie

    • bewegen (te) weinig

    • hebben weinig plezier in bewegen

  • Overbeweeglijke kinderen, een aantal kenmerken;

    • niet stil kunnen zitten

    • slecht kunnen luisteren

    • concentratieproblemen

    • impulsief en chaotisch gedrag

    • moeite hebben met gestelde grenzen

    • moeite met inslapen of onrustig slapen

  • Kinderen met schrijfproblemen, bijvoorbeeld;

    • onduidelijk of te langzaam schrijven

    • een verkeerde schrijfhouding

    • onvoldoende fijn-motorische vaardigheden

  • Kinderen met psychosociale problemen zoals;

    • onzekerheid, faalangst

    • moeite in de omgang met andere kinderen

    • weinig ondernemingslust en plezier in bewegen

    • kinderen die veel denken en praten en daarbij moeite hebben om tot handelen over te gaan

    • kinderen met traumatische ervaring

  • Kinderen met psycho-somatische klachten, zoals;

    • lichamelijke spanningsklachten; Kinderen kunnen slaapproblemen hebben of klagen over hoofdpijn, buikpijn, benauwdheid, moeheid etc. zonder dat een medische oorzaak wordt gevonden.                    


Wat doen we?

Kinderen geven uitdrukking aan hun waarnemen, denken, voelen en willen al bewegend en spelend. Als er zich problemen voordoen in de ontwikkeling van een kind kunnen conflicten, die in het kind leven, bewust of onbewust in spel en beweging tot uiting komen. Kinderen met ontwikkelingsstoornissen leren door middel van spel en bewegen over hun waarneming, denken en handelen. Daardoor  leren ze beter te functioneren.
Afhankelijk van de doelstelling, die samen met het kind en de ouders bepaald wordt, kan er door de therapeut gekozen worden uit diverse benaderingen en werkvormen.

 

Bij onhandige kinderen krijgt het oefenen van bewegingsvaardigheden de meeste aandacht, bijv. het oefenen met ballen, evenwicht, springen etc.  

 

Kinderen met overgewicht bewegen vaak te weinig en hebben geen plezier (meer) in bewegen. Er wordt binnen de therapie een veilige situatie gecreeërd waarin het kind uitgelokt wordt tot bewegen en (weer) leert dat bewegen leuk kan zijn. Er wordt gewerkt aan conditie en we proberen het activtiteitenpatroon van het kind positief te beinvloeden. Een diëtist kan ingeschakeld worden om kind en ouders te ondersteunen in het veranderen van het eetpatroon.

 

Aan hele drukke kinderen wordt geleerd om lijf en beweging beter te voelen. We werken met massage, ontspanningsoefeningen, training van de zintuigen en de concentratie. Structuur en feedback zijn met name bij deze kinderen belangrijk. 

 

Kinderen met aandachtstoornissen voelen vaak te veel of te weinig prikkels vanuit hun eigen lichaam. Ze kunnen leren hierop meer grip te krijgen en kunnen daardoor hun aandacht beter leren richten. Ook kunnen ze leren betere oplossingsstrategieën toe te passen om met hun chaotisch gedrag om te gaan en om tot efficiënter handelen te komen. Training en het bewust maken van de zintuigen, massage, en het aanleren van cognitief georiënteerde leermethoden kunnen hiervoor als werkvormen gebruikt worden. 

 

Bij kinderen met schrijfproblemen is het soms beter om niet meteen met het schrijven beginnen. Een ontspannen houding, goed evenwicht, een goede arm- en handfunctie zijn belangrijke voorwaarden om goed te leren schrijven.

 

Bij psychosociale problemen is vaak het doel om het zelfvertrouwen van het kind te vergroten. Het kind leert om zijn gevoelens meer te uiten of juist te beheersen met bijvoorbeeld fantasiespel en bewegingsexpressie. In interactie met de therapeut experimenteert het kind met ander gedrag en kan zo ontdekken wie het is, wat het voelt en wat het kan.Innerlijke conflicten kunnen tot uiting komen en bewerkt worden middels dramatisch spel en bewegingsexpressie. In interactie met de therapeut experimenteert en leert het kind over zijn gedrag. Het kan zo ontdekken wie het is, wat het voelt, wat het wil en kan. Voor een kind waarvan het lichaamsbeeld verstoord is (door bijvoorbeeld een traumatische ervaring) kan het belangrijk zijn om opnieuw zelfvertrouwen aan zijn eigen lichaam te leren ontlenen, door op een positieve manier te ontdekken hoe zijn lichaam voelt en wat het ermee kan. Als het kind vooral in de omgang met andere kinderen problemen heeft en tussen de 7 en 12 jaar oud is kan het in sommige gevallen een goede keus zijn om mee te doen aan de spelgroep. In samenwerking met de dramatherapeut wordt er met spel en beweging gewerkt aan het verbeteren van de motorische- en sociale vaardigheden van het kind. Kijk voor meer informatie bij dramatherapie.
 

Bij kinderen met psychosomatische klachten kunnen psychosociale problemen onderliggend zijn. Behalve bewerking hiervan (zie boven) kunnen kinderen leren om zich beter te ontspannen middels ontspanningstherapie en massage.           

bottom of page