Collega's Saakje en Noor op de cover!
Onze logopedisten Saakje da Costa en Noor van den Oever werden geïnterviewd voor het Nederlands tijdschrift voor Logopedie. Lees hier het leuke interview!
Het groentje en de routinier: wat brengen ze elkaar?
Wat kun je als beginnend logopedist leren van je doorgewinterde collega? En andersom: hoe profiteer je als oude rot in het vak van de frisse wind die je jonge collega meebrengt naar de praktijk? Saakje da Costa (65) en Noor van den Oever (24) vertellen erover.
Beide logopedisten werken bij de Kinderpraktijk Groningen. Saakje da Costa zit al veertig jaar in het vak, Noor van den Oever werkt nu bijna een jaar. Vakinhoudelijk overlappen hun werkgebieden nog niet zoveel, aangezien Van den Oever als allround logopedist kinderen behandelt die kampen met taal-, articulatie-, stem- of communicatieproblematiek. Da Costa is gespecialiseerd in preverbale logopedie en ziet kinderen met eet- en slikproblemen. Van den Oever: “Onze werkgebieden lopen uiteen, maar evengoed is het natuurlijk prettig om met Saakje te sparren over een cliënt. Dit is gaande, wat denk jij ervan? Heb je nog ideeën en aanvullingen?”
Ook over randzaken vraagt Van den Oever raad aan Da Costa. “Vanmorgen nog: een ouder belde een afspraak tien minuten van tevoren af. Ik vind het dan moeilijk om streng te zijn, net als wanneer ouders het huiswerk met hun kind onvoldoende hebben gedaan waardoor de behandeling niet vordert. Tijdens de opleiding hebben we daar wel wat over geleerd, bijvoorbeeld in rollenspellen, maar pas als je aan de slag gaat, krijg je daar echt mee te maken.”
Da Costa heeft ontelbare keren met dat bijltje gehakt en schroomt niet ouders erop aan te spreken. “Ik leg bijvoorbeeld uit dat het voor mij lastig is om mijn agenda te plannen als ze op het laatste moment afbellen. Ze moeten begrijpen dat ze mij en andere cliënten daarmee duperen. Tegelijkertijd vind ik het belangrijk om een luisterend oor te bieden: waardoor komt het dat ze zo laat afbellen en kunnen we daar misschien iets aan doen?”
Computers, social media en apps
Da Costa is naast logopedist ook docent en onderzoeker aan de Academie voor Gezondheidsstudies van de Hanzehogeschool. “Dankzij de opleiding blijf ik op de hoogte van de nieuwste evidenties, protocollen en richtlijnen, maar er is natuurlijk enorm veel veranderd sinds ik als logopedist begon. Daarom stel ik de inbreng van jonge collega’s altijd zeer op prijs.” Bijvoorbeeld als het gaat om social media, apps en wat dies meer zij. Niet de sterkste kant van Da Costa, bekent ze met een lach. “Gelukkig heb ik er weinig moeite mee om hulp te vragen. Het past natuurlijk bij mijn leeftijd om daar argwanend over te zijn, maar ik weet inmiddels dat bijvoorbeeld het gebruik van apps een enorme verbreding geeft bij behandelingen van kinderen. Als een collega me laat zien hoe het werkt, denk ik: wauw, dat kan dus ook.”
Da Costa en Van den Oever kennen elkaar van de opleiding, waar Van den Oever college volgde bij Da Costa. “Ik vind het prachtig om de ontwikkeling te zien bij studenten, en specifiek bij Noor,” zegt Da Costa, “hoe ze zijn als ze van de middelbare school komen en gaandeweg steeds meer kennis opdoen. Ze hebben een frisse kijk op mensen, op administratie, op techniek en technologie. Ik vind ook dat startende logopedisten nu steviger in hun schoenen staan en assertiever zijn dan mijn generatie destijds. En ze brengen een bepaalde blijmoedigheid. Noor heeft dat ook. Daar word ik vrolijk van.”
Inspirerende voorbeelden
Da Costa en Van den Oever praten veel over het vak, over ontwikkelingen in het vakgebied en over de toekomst die Van den Oever voor ogen heeft. Da Costa: “Het beste advies dat ik Noor kan geven – en wat ik ook altijd tegen mijn studenten zeg – is dat ze op zoek moet naar inspirerende voorbeelden van collega’s, vooral als het gaat om hoe je met cliënten omgaat. Kijk om je heen, loop stage en ontwikkel je eigen persoonlijkheid.”
Naar dat inspirerende voorbeeld hoeft Van den Oever niet lang te zoeken. “Saakje is altijd al, ook tijdens de opleiding toen ik nog les van haar had, een persoon geweest voor wie ik veel bewondering heb. Ze heeft grote naamsbekendheid opgebouwd in de logopedie en heeft ontzettend veel bereikt in haar carrière. Dat vind ik heel inspirerend en in die zin is ze ook een voorbeeld voor me. Ik hoop dat ik over veertig jaar ook terug mag kijken op een carrière waarin ik echt iets heb bereikt.”
Ze wil graag doorgroeien en zich specialiseren. “Bij de Kinderpraktijk Groningen zijn daar zeker kansen voor. Ook overweeg ik een master te gaan volgen en me daarin te richten op een vraagstuk uit een van mijn eigen behandelingen.” Maar, zo stelt ze, de studie komt dan wel náást haar werk als logopedist. “Dat is een voorwaarde, ik vind de behandelingen veel te leuk, dus ik wil niet weer fulltime aan de studie.”
Gevraagd naar wat ze haar seniorcollega zou willen meegeven, valt Van den Oever stil. “Ik heb geen idee. Saakje is ontzettend gespecialiseerd op haar vakgebied, het komt niet in me op om haar een advies te geven”, zegt ze lachend.
Het mag wat steviger
Van den Oever heeft haar draai redelijk gevonden. Het was in het begin even zoeken. “Hét vooroordeel over jonge professionals – niet alleen logopedisten trouwens, maar alle starters op de arbeidsmarkt – is dat je het broekie bent dat van niks weet. Cliënten en ouders hebben niet openlijk aan me getwijfeld, hoor. Maar ik vond het in het begin best lastig om te bepalen wie ik ben als logopedist. Soms zat ik wat te stuntelen. Dan dacht ik achteraf: kom op, Noor, dat mag wel wat steviger.” Inmiddels staat ze haar mannetje. “Na een tijdje merkte ik dat ik wel degelijk serieus genomen wordt en mijn adviezen ter harte worden genomen, zowel door andere professionals als door ouders. Ik heb een goede flow gevonden en weet de mensen te vinden die ik nodig heb.” Ze doet haar werk dan ook met veel plezier. “Het is nog leuker en breder dan ik dacht. Ik ben niet alleen met de problematiek zelf bezig, zoals een taalbehandeling, maar heb ook te maken met ouders, met het gedrag van een cliënt.”
Da Costa kan het beamen: logopedist is de leukste baan die ze kan bedenken. “Ooit wilde ik liever dierenarts worden, maar dat zag ik studietechnisch niet zitten. Daarom heb ik gekozen voor logopedie. Toen ik na mijn studie eenmaal mijn draai had gevonden met de kinderen die ik behandelde, vond ik het geweldig. Dus ik heb nooit spijt van gehad van mijn keuze, integendeel.”
Niet over pensioen heen regeren
Over elf maanden zwaait Da Costa af als opleider, over anderhalf jaar stopt ze bij de Kinderpraktijk Groningen. Ze wil niet in de valkuil stappen van tóch nog even een klusje doen als ze al met pensioen is. “Nee, je moet een keer een streep zetten. Echt stoppen en het overlaten aan de generaties na mij.
Een andere valkuil waar ze niet in wil stappen: over haar pensioen heen regeren. “Mijn collega’s zullen mijn werk overnemen en ik wil hen niet opschepen met mijn manier van werken. Dat Noor bijvoorbeeld mijn behandelingen precies op mijn manier moet doen. Ik ga bijvoorbeeld veel op huisbezoek en bel dan na een paar dagen, ook als ik vrij ben, nog even hoe het gaat. Voor mij is dat een prettige methode maar ik kan me goed voorstellen dat collega’s dat niet willen. Van den Oever: “Ik vind het een hele eer dat ik haar werkzaamheden in de Kinderpraktijk Groningen misschien ga overnemen wanneer Saakje met pensioen gaat. Het is tegelijkertijd ook wel spannend. Maar ik probeer haar advies op te volgen om er een eigen draai aan te geven en haar staat van dienst niet als drempel te zien.”